de wanbegrippen en dwaasheden hunner xnedciagezeetenendan ipant de eene door zyne magc en gezag alles in liet werk, om dezelve In flaat te (lellen; darze ter bevordering van het waar en algemeen welzyn hunnen medewerken en de andere wektze hier toe opdoor hen te onderwyzenverlichten, en de nevelen van vooroordeelen en onkunde te verdrevenen in derzelvcr plaats in hunne gemoederen waarheid, deugden kennisaan te kweeken. Doet men zulks ook ten aanzien van de bygeloovige gewoonteom in de Ste den en Kerken te begraven, dan zullen die dwaaze wanbegrippen wel haast ver- dwyneh en geheel en al uit het harte der Inge ze et enen verdelgd worden. Het is voomaamendyk de pligt der Geestlykén, om dit bygeloofkrachtdaa- dig te beflryden, en het in deszelfs fcha- delykheid en ichandelykheid opentlyk voor Overheden en Gemeenten voor tö Hellen, op dat het aan een ieder ken- nclvk worde. De Geestlyke mogen dit niet langer voor hunne Leeken verzwy- genwant alleswat naar bygeloovig ils iel fweemt, en niet met de gezonde rede en de op'enbaaringe ftrookt, ver- lehaft voèdfel aan den vrygeest, die daar BEGRA'VINGE IN STEDEN ENZ- 191

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 213