naars konde men naar dèrzelver geboor te of rang fchikkenof dat naar het lot doen; of liever naar de nummers, waar op hunne graven in de Kerk ftaan. Dit zoude noch het minfte ongenoegen kun nen verwekken.De belastingen op het begraven, of zoo men het noemt, Kerkengerechtigheid, konden dezelve blyvenen die aan de Kerk even als an ders betaald wordenzoo dat deeze 'er niets bv behoefde te lyden. Alleenlyk diende de zwaare belasting, op die bui ten de Stad begraven, waar die plaats heeltafgefchaft te wordenof alleen te pas gebragt op die geenen, die bui ten deeze nieuwe begraafplaats elders be graven worden. De beftiering en het onderhoud van de nieuwe begraafplaats konde aan de Kerk, ofdeszelfsBeltier- ders en Kerkmeesters overge!aaten wordenop die zelfde wyzeals thans van de Kerk plaats heeftmet alle baa- ten en voordeelen daar van koomende zoo dat ook deeze, noch Kosters noch Doodgravers'er iets by zouden behoe ven te lydenmaar ook die hier dezelve blyven.Wilde iemand een Grafkel der op deeze nieuwe begraaf-laats maa- ken, of die met Zarkfteenen of Pyrami- des verderendit moest de eigenaars in SEGRAVINGE IN STEDEN ENZ. ff

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 99