46 JODEN TE COCIIIM. JODEN.
Heer moens: door adrianus 's gravezandë,
IX. Deelbh 54,5574. Dit nafchrift behelst nóg
éenfge nadere ophelderendeverbeterendeen ver
meerderende aanmerkingen op de gefchiedkundige
naarrichtenvooral met betrekking tot het pa
tent van cheran peroemal, bevattende het pri
vilegie aan de 'Joden gegeven: van 't welke nog
twee vertalingenonder anderendie de Heer
moens heeft laten vervaardigen, hier worden ge
vonden diegelyk van de bevorens opgegevenen
zoo ook van eikanderenvry wat vcrfchillcn. Waar-
by nog eene vertaling word gevoegddie decastro
heeft medegebracht naar London. De overige aan
merkingen hebben voornamclyk hare betrekking op
het koningryk van Kranganoorof de Joden dat
immer in eigendom hebben gehad? op de onder-
fcheiding der Joden in blanken en zwartenopder-
zelver verlchillcnop de geweldenaryen der Portu
gezen tegen dezelvenop het levensbeftaan en
karakter der Joden op die kust; op derzelver
rechtsplegingenop hnnne fynagogenen op hun
ne kerkboeken en handfehriften.
JODEN. Derzelver inwinningBeknopt onderzoek
of alle mogelyke en middelyke wegentot inwinning
der joden, reeds zyn aangewendt van den kant
der christenen; dan ofer nog niet één mogelyk
middel overblyve? door petrus nieuland. XL
Deelbl. 323353. Na eene korte melding van
de middelen, zoo die gefchikt als ongelchikt zyn,
■wel-