NATUUR.
berusten, hl. 196230. Dit word aangetoond ten
aanzien van de voeding; 11. 169. van de openin
gen tot ontlasting der overtolligheden 5 hl. 172.
Van de verlchillende naturellen of temperamenten
tl. 177. hiervan is nog onderfcheiden dat gene,
't welke de geneesheeren idiofyncrajia noemen
anders aard indolesgeheeten; van hier wofd
het kwalyk bekomen van mosfelen enz. op fommi-
ge tyden afgeleidt, hl. 1S3. De menfehen veran
deren op zekere tyden zonder dat men die juist
tot het zevental kan bepalen, hl. 187. Waarom de
gewoonte 'eene tweede natuur genaamd worde hU
189. Dit alles word uit de levenskracht afgeleidt
en dus getoond, dat de natuur en bet leven dezelf
de kracht zyn. Dit heeft in 't byzonder ook plaats
in de ziektenwanneer de natuur of levenskracht al
les aanwendt, om dezelven te bevechtdn. hl. 196.
Zv heeft een herftellend vermogen: dit ziet meit
allerduidelykst in vele dieren; maar ook, oflchoon
In eenen minderen trapin ons lichaamhl. 197.
zy heeft een kokingsvermogenter bereiding eenet
raauwe en genezende (tof; hl. 200. insgelyks onl
krjmpen te makeneene der heilzaamlle pogingen
gelyk door verlcheidcne byzonderhedenvooral dö
vallende ziekte, word aangewezen, hl. 20a-—205.
Ry deze gelegenheid word van de venynenen by
zonder van de cicutaen derzelver uitwerking ert
verdooving gehandeld, hl. 206. De natuur heeft
het heilzame vermogen om eene koorts te maken;
hl. 312. zy heeft een medewerkingsvermogen
XII. DEELS II. STUK, E Wa^r-