PHILIPSde derde dun naam onder de hol- landsche en zeeuwsche Graven. Onderzoek of hy zich ooit door den Roomfchen paus hebhé doen ontflaan van den eeddien hy hy het aan vaarden der regeringgedaan haddoor Mr. n. c. lambrechtsen. IX. Deelhl. 431—472. Na eene korte inleiding over den eed: hl. 431. doet de geleerde Schryver onderzoek naar het recht der afzwering van philips, ten jare 1581. en wyst aandat hiertoe niet alleen genoegfame grond ge- Vonden worde in zyne bevestiging van het vloek- vonnis, op den 16. Fehr. 1568. tegen.alle de Ne derlanderen (behalven weinigen) uitgefprokenbh 434. maar dat zulks al plaats gehad hebbe, toen hy zichis dit Waarlyk gefchiedtdoor den Paus heeft doen ontdaan van den eeddien hyby zy ne komst tot de regeringaan deze Landen gedaan had: hl. 436. en dat zulks waarlyk gefchiedt zy, beduit hy uit de bygebrachte gelchiedkundige be* wyzen. bh 438. Maar dan is de vraag: is dat ont* flag betrekkelyk tot allendan alleen ten aanzien van eenige byzondere privilegiën en voorrechten te verdaan en is hetzelve by eenen daartoe opzet- telyk ingerichten brief: dan wel by gelegenheid van eenig ander gunstbewys, gegeven? bh 443, F a Maar PEPER. PHILIPS. g3 heerscht, door den geleerden natuuronderzoeker befchreven: en van ieder derzelven in Plaat eene afbeeldingnaar gedroogde planten ontworpen gegeven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1786 | | pagina 155