IQB scholen.
wyzeop welke die best in te voeren en te on-?
derhouden. Beide deze ftukken worden in twee
hoofddeelen behandeld: in het eer ft emet be
trekking op de Nederduitfche fcholen; in het twee
de ten aanzien van de Franfche en Latynftche
fcholen. hl. 5. Waartoe de eerde foort moet inge
richt zyn hl. 7. echter moet 'er onderfcheid zyn
tusfchen de fcholen ten platten lande en in kleine
dedenen die in de voornamere deden. Van beiden
word afzonderlyk gehandeld; en wel opdien voet:
Att. eerst ten aanzien van de fcholen ten platten lande
word aangewezen waarin die al verbetering noodig
hebben: in 't gemeen ten aanzien van de gelegen
heid om fchool te houdenen de vertrekkenin
welken zulks gefchiedtbi. 10. in 'tbyzonder in de
fchoolmeesters dien het niet zelden ontbreekt en
aan de noodige kundighedenen aan de vereischte
hoedanigheden, hl. 12. Wat hiervan meermalen de
reden zy? hl. 15. verder het gebrek in de manier
van het leeren; hl. 17. in eene al te gedrenge en niet
recht bedierde tuchtoefening; hl. 21. dat het oor
deel der kinderen niet word opgcfcherptenz. hl.
24. Hierop gaat de Schryver over, om aan te
wyzen, hoe deze fcholen behoorden ingericht te
zyntot meerdere befchaving onzer natie P hl. 26.
men moest gecneperfoonendan die bekwaam zyn,
tot het fchoolhouden aandeden; hl. 27. voor hun
ne achting en bèzolding moet gezorgd worden; hl.
29. hoedanig de plaats, waar fel: aril gehouden
wordj behoore gedeld te zyn? bi. 34. de tyd
wans