TINERTSEN. T00VERV1ERKANTEN, xai
Befchryving van den Malakfchen tin»
Erts en deszelfs tnynen s door m. houttuyn.
XI. Deelhl. 3S3389. Na eene korte inleiding
over den Malakfchen tinerts, die de zejdiaaniile is
deelt de geleerde Schryyer eenen brief mede van
wylen Mr. j. c. m. radermacher, behelzende
befchryving dier mynenvan de manier van gra
ving en uitfmeltingen van den erts,.
TOOVER VIERKANTEN. Recherches fur une nou
velle efpècé de quaere's magiques: doom. euler.
IX. Deelhl. 83239. De aanleiding, welke den
wiskundigen Schryver'bracht tot het opdellen van
dit onderzoek eencr nieuwe foort van toovervier-
kanten belfond (volgens zyne opgave) in een
gedaan voordel j "om 36. Officierenuit zes on-
derfcheidene regimenten getrokken enevenzoo-
vele trappen van rang bekleedendein het vier-
kant te dellen: zoo, dat elke lyn ('t zy rechts
of links't zy horizontaal of verticaal geno-
men zynde;) juist zes Officieren van verfchillen-
den rang, en wel uit deondcrfcheideneregv'/we/i-
tenzoude vertoonen"! Dit werdniettegenftaan-
de by velen herhaalde proevenondoenlyk bevon
den doch men verlangde naar een wiskundig be
toog van die onmogelykheid. hl. 85. en 86. Hier
toe brengt euler 'deze vraag in de gedaante van
een mathematisch voorde]noemende de regimen
ten met Latynfche letteren abcenz. en de
gangen met Griekfcken aj3 yenz. waaruitom
il aan