gg.
LYST DER PRYSVR. XLIX
II. vraag in het jaar 17*59. tegen Mei 1771.
Welken zyn de redenen der meenigvuldige
vallen of grondbraken in de zeedyken
voornamelyk die der Provincie zeeland
Op welke wyze kunnen dezelven best
voorkomen; of, daar zynde, fpoedigst en
minst kostbaar, herfteld worden"?
III. vraag in het jaar 1770. tegen Mei 1772.
Mag een natuuronderzoeker, uit de reeds
gemaakte waarnemingen en proefondervin-
5, dingenverdere gevolgen trekken ter uit-
vorfching van de nog onbekende oorzaken
der verfchynfelen zoo ja hoeverre mag
hy daarin voortgaan en welke regelen moet
hy daaromtrent in acht nemen"?
Het antwoord van bastiaan nebbens is
met de goudenen dat van cornelis
de kanter gelyk ook dat van bar-
tholdus rfnou, met de zilveren me-
daille bekroond, - - Zie bl. 140.
Deze vraag werd geoordeeld best beant
woordt te zyn door eene Verhandeling