XVII. vraag: in het jaar 1780. tegen Janu
ari 1782. op het edelmoedige verzoek
van den Heer w. Baron van dopff.
LX
L Y S T DER
wezen om het diep inzinken der zwaarte
van het fchip en lading, dcor de drukkende
kracht der byflaande zeilen, voor te komen?
5, Hoegroot moet de boog van het gebeele
fcheepslichaam zynop de lyn van het neêr-
5, geladen fchip, tot bevordering van het fpoe-
dig wendc-n zoo wel vóór den wind als
door den wind"?
Het antivoord van gar nier. de st. ju-
lien is de gouden medaille waardig
gekeurd- Zie bl. lc6.
Weiken zyn de ware oorzaken en ken-
teekenen van de najaarskoortsen in de
guarnifoensplaatfen van StaatsVlaanderen
en welken zyn de beste behoed- en genees-
middelen, die daartegen, vooral by de milt'
tairen, kunnen aangewendt worden"?
Aan het antwoord van g. w. callen-
i'Els is de gouden eerpenningen
aan dat van joh. harger de zilve
ren, toegekend. - - Zie bl. 62
XVIII.