BEGRAVEN.
B.
BEGRAVEN df.r lyken in cle fteden en kerken. Ver-
handeling over dit onderwerpdoor j. w. te water.
IV. DeeV hl. 629667. Dat het begraven der ly
ken, van de vroegfte tyden gebruiklyk zy geweest
merkt de geleerde Schryver vooraf aanhl. 629. en
dan leidt hy uit derzelver oorfprong afdatdewyze
van begraven niet fchadelyk moge zynen dus niet
in dc lieden en kerken gefchieden. hl. 631. Deze
gewoonte flrydt met de oudheid hl. 633. derzelver
oorfprong: hl. 637. zy is fchadelyk. hl. 639. Hoe
roemruchtig derhalven is het verbod van deze ge
woonte in verfcheidene Ryken en Steden? hl. 645.
als ook eene meenigte voorbeelden van groote man
nen. hl. 650. Niet tegenflaande al het bygebrachte
heeft die dwaze gewoonte echter hare voorfpraken,
vooral in den beroemden hervey: die wederlegd
word; gelyk ook andere fchynredenen. hl. 652. Be-
fluit, ter affchafHng van die gewoonte: en hoe zulks,
zonder vrees voor nadeelige gevolgenhet beste
zoude kunnen gefchieden? hl. 661■667.
binnen de fteden en kerken.
Ie antwoord op de vraagdewyl de fchadcïyk-
beid der begrafenisfen binnen de fleden en ker-
ken ten vollen bewezenen vry algemeen be-
ltend iswelken zyn de verfchillende redenen
dat die nadeelige gewoonte in deze republik
j, blyft ftand houden? en welken zyn de beste mid-
A 5 m