172 J. F. MULLER ANTWOORD
trent dien tyd zou hebben kunnen uit
den weg ruimen, alleen met den Ne
gotie-penning reeds Anno 1758, en
dus vier Jaaren voor de laatfte Verhoo
ging, op 50 Huivers te reduceeren.
Men zou in Zeeland niet eens hebben
behoeven te Munten, en nochtans
zou 'er overvloed van inlands Geld ge
weest zyn. Het kon niet uitblyven,
of de Negotie, welke toen in onze
Unie zeer bloeide, maar na den Oor
log tusfchen Engeland en Vrankryk
weer verminderde, moest ook in Zee
land opgewakkerd zyn, en deeze ver
meerdering van Koophandel, zou de
Provincie meer voordeel aangebragt
hebbendan het geen door het Aan-
munten en Verhoogen met mogelyk-
heid ontdaan kon.
Indien wy het geval in Zeeland,
wegens het verhoogen van den zoo-
genaamden Zeeuwfchen Ryksdaalder,
met een Staatkundig, en tevens met
een Commerciëerend oog befchou-
wen, en naar het algemeen gevoelen
vooronderftellendat deeze Verhoo-
ging gefchied zy, u t vreeze voor ge
brek aan Standpenningen: dan moet
daar uit volgen, dat Zeeland meer van