l8o J. F. MULLER ANTWOORD
i. De Souverain kan dien Negotie*
penning reduceer enzonder vooraf daar
van te waarfchouwen.
Dit zou voor de Ingezeetenen van
Zeeland gewis het minde verlies aan
brengen: vooral indien het Placaat
van Verminderinge in de maand Sep
tember ofOetober afgekondigt wierde,
namelyk vyf of zes weeken voor de na-
jaars Verkooping van de Oost-Indifche
Compagnie: om dat op dien tyd de
Contanten van Zeeland het meest in
andere Provinciën roulleerenen dan
juist met het meeste voordeel van de
handeldryvende Ingezeetenen der an
dere Provinciën naar Zeeland terug
gezonden kunnen worden. Maar nim
mer zou dan ook in Zeeland meerder
gebrek aan Standpenningen geweest
zyndan in dit geval. Van Holland
en andere Provinciën zou op den ge
noemden tyd niet ingevoerd worden
en uit Zeeland zou men allen voorraad
met verhaasting wegzenden, om, wa
re het mogelyk, dezelve noch met op
geld in Holland te fly ten, eer de Re
ductie aldaar bekend wierdt: voor-
onderltellendedat men in Zeeland
daar