GVËR DE EGALE GELDSPECIES 185
Het kan niet misfen, dat, wanneer
de Souverain van Zeeland deszelfs In-
gezeetenen van de verpligtinge ontflaat,
om den zilveren Ducaat tot 53 ftuivers
te moeten ontvangende prys daar
van in Zeeland wel dra op 52, en zelfs
op 511 ftuiver zal daalen. In dit geval
zouden de temporaire bezitters van
deezen Negotie-penning de fchade
door de daaling ontdaan, ieder zonder
onderfcheid, binnen en buiten de Pro
vincie Zeeland, moeten draagen; en
dit zou gewis het minst drukkende
voor de bezitters wezen, om dat men
vooronderftellen mag, dat de zilvere
Ducaat vry evenredig onder de Inge-
zeetenen binnen en buiten Zeeland zal
verdeeld wezen, en dus ieder juist
naar zyn meer of minder vermogen in
die daaling te draagen hebben.
Dan hier omtrent zal men in opmer
king moeten houden, dat, wanneer
men uit Holland dien Negotie-penning
niet meer met voordeel naar Zeeland
zal kunnen terug zenden, de prys
daar van wel dra op 51 ftuivers, en
fuccesfive op 50 ftuivers, zal daalen.
In gevolge van dien zal ook de prys in
Zeeland agter uit loopen, het welk
M 5 aan-