met dien van 'AyyO.og Verfchillen
ook deeze beide benoemingen, in het
gebruik, wel zoo veel van eikande
ren, dat de eerfte een meer uitmun
tende tytel isdan de laatfle Het
tegendeel zal in het vervolg 14. en
25.) duidlyk blyken. Daar te boven
worden wy door de natuurlyke be-
teeknis der woorden opgeleid, om
niet zoo zeer te denken aan zoodaani-
gen, die gezonden waren aanmaar
van de Gemeenten. En dus is deeze
opvatting niet verkieslyk.
Voornaame Uitleggers volgen het
fpoor, dat de Heer c. vitringa (b)
inftoeg. Deez was van oordeel, dat
de Engel der Gemeente eigenlyk was
derzelver Opziener; - en dat deeze
naam volkomen overeenftemde, met
dien,, waar mee de Jooden zekeren
Bedienaar van de Synagoge pleegen
te benoemen, die der ganfche faame-
ning
t
204 J. Z. VAN LAREN OVER DE EN-
(b) c. vitringa de Synagog. Vet. pag. 912 et ali-
hi. j. riienferd Op. Philol. pag. 488 feqq. f.
üurmanni E'xercitAcadèmid'aePari. 2. pag. 27
etc.