ïo C. KAYZËR ANTWOORD OVER
terrain twee voeten, boven het win»
terwater, gebragt, en vervolgens ge
ploegd en geëgt worden. Dan zoude
.daar rondsom eene cingel-laan, van
linden-olmen, met fcheerhaagen van
plme veerenkunnen geplant worden,
pn aan de flootskanten een elsfe plant
zoen, tot bemanteling. Voorts zou
den wy 'er een moestuin op aanleg
gen, zoo als dit en al het bovengemel
de op het algemeen plan, Fig. I. is
aangeweezen verdeelt in perken
omringt met rabatten in palm; op de
hoeken derzelve hooge, en verder,
van distantie tot distantie, laage fruit-
boomende paden een voet dik be-
zand, met grof kelderzand: dat wy
denken op de plaatfe zelve, uit de
kelders of regenbakken te zullen kun
nen gefehoten worden.
Het Corps de Logtsvolgens onzen
aanleg, plaatfenwy, op eene distantie
van .circa vyf roeden, van den binnen
flootkantbewesten den voorfchreven
rywcg, ftaande van vooren noord
oost; en hebbende de principaale ver
trekken in het zuid-oosten en zuid-wes
ten, of tegen de warme iuchtilreek ge
keerd; zoo als deeze (tand, in de noor-