EEN OUD ZEELIEDEN HOSPITAAL. 23:
men meer tot aan den onderkant van
die balken, welke boven het voorhuis,
kleine vertrekken, en de noch te be-
fchryven vleugels koomen.
De ftraks gemelde voordeur, van
den noordelyken vleugel, ingaande,
koomt men in eenen ganghier vindt
men aanftonds ter regterzyde de deur,
van de by ons gehelde linnenkamer:
dit is een vertrek van agtien en een
halve voet breed, en een en twintig
voeten lang, met eenen ordinairen,
meermaalen bepaalde iteenen vloer
bevloerd, en met eenen gemetzelden
en effen bepleisterden fchoorfteenvan
onder met eenen blaauwen, effen glad
gefleepenenfteenen mantel voorzien
dit vertrek heeft een hoog licht ten
oosten, en een laag of ordinair licht
ten zuiden; 'er zyn vast getimmerde
groote kasfen tot berginge van het lin
nen enz., van het huis; het opdoen
van de wasch, het naai en verftelwerk
gefchiedt ter deezer plaatfe.
Nevens de deur van dit vertrek is
die van het washuis: dit heeft eene
goede ruimte, van zes en twintig voe
ten in de langteen een en twintig
in de breedtein het zelve ligt een
B 4 mee.14
I