zyn van het zedelyk gevoelmoeten tot
deeze gebragt worden, die het grond-
beginzel der bekendmakinge in de na
tuur des menfchen zoekeneen ge
voel, waar door men, gelyk in het
natuurlykehet zoete van het bittere
door den fmaak onderfcheiden wordt,
zoo ook als door den zedelyken
fmaak, zonder beöordeelinge of rede-
kavelinge, aanftonds het goede van
het kwade weet te onderfcheiden (k).
Het leven naar het gewisfe, Viven
Jecundum confcientiarnkan met dit
laatfte het zelfde zyn, of daar van on
derfcheiden worden, naar het onder
fcheiden daglicht, waar in men het ge
wisfe befchouwt; ftelt men het zich
toch voor als iets, dat aanftonds pligt
en ondeugd doet kennendan zal het
van
3*54 H. ROYAARDS ALGEMEEN
(k) Over het Zedelyk gevoelvindt men in onz'e
taal, behalven de brieven van philaleïhes en piij-
lAGATHtrs, door den Eerw. Heere petscii, uitgege
ven te.Utrecht by j. v. schoonhoven 1771en de
Schryvers in het Voorbericht daar gemeld;; ook nog
eene Verhandeling van den Heer merian, getrokken
tilt de Memoires de IAcademie des Sciences de Ber
linvoor het Jaar 1758, door den Heer Prof. hen-
inert geplaats in in het 3de D. zyner Verhandelin
gen pag. 84 feqqEn men kan 'er over zien Pa
ris in de Verhandelingen van het Zeemvsch Qenoot-
fchapVol. IV. pag. 458 feqq.