maar daar zulks niet kan, dat men
daar na hulpmiddelen des oorlogs om
moet zien (w). Wanneer spinosa
wil beweeren, dat het Recht der Na
tuur zich zoo ver uitftrekt als elks tnagt
ën dat deshalven het zelve niets ver
biedtdan het geen niemand begeerten
niemand verbieden kangeen twisten,
geen haat, toorn, of bedrog, (gelyk
PüFENDORF het een en ander oordeel
kundig behandelt (x).) Wanneer rous-
seau en SMAüsius den Menschgelyk
wy zagenalleen door natuurdriften wil
len laten beheerfchen, en de redelyk-
heid ten opzigte van zyn zedelyk be-
Haan vernietigen, kunnen 'er uit zulke
gevoelens niet anders dan treurige ge
volgen voortfpmiten, en het Natuur-
lyk
378 II, ROYAARDS ALGEMEEN
(w) Dezelve, Cap. II. i.vid. de co Mojsheim ad
cudworthi Syftema IntellcctualeT. II. pag. 1196
C. V. feet. V. 32. et iiobbes in Leviathan. T. I.
C. 14.
(x) De 'Jure N. et Gent. Tom. I. Lib. II. C. II.
p. 156 feqq. edit, mascov. De Heer Prof. hen-
nert in het eerde deel der uitgel. Verhandelingen
ïri de derde'Verhandeling over de JVysgeerte van spi-
nosa en aldaar bh 259. enz.fchvnt eenigfints gun-
fti ger te denkenomtrent de zedelykegronden van
si'inosa, en meent dat de poging om ons zelf te be
houden of liet eigenbelangzyn gronübeginzel ware,
bi. 263,