zintuigen op de wysbegeerts, 41j
behulp hunner zintuigen, maar ter'
loops opgellagenzoo zou nimmer
zoo veel pracht, fchoonheid en orde^
door eenig redelyk verhand, voor de
uitwerkfels van het blind toeval zya
gehouden geweest.
Ondertusfchen kleefde het flof der
Schoolgeleerdheid den Wysgeeren
ftandvastig aanen vergelyken wy het:
werktuiglyk verhand der Wysgeeren
van dien tydmet de zuivere en be«
fchaafde denkbeelden, welke men, ia
laater eeuwen, onder het behuur van
naauwkeurige zintuigenover het ge
laat der natuur gevormd heeft, zoo
kan men niet genoeg verwonderd zyn,
hoe het Wysgeerig verhand van hap
tot hap ontwikkeld en eindelyk tot
dien trap van vorderingen geklommen
is, waar toe men het thans verheven
ziet.
Daar de Natuur altyd by fchreden^
en nimmer by fprongen vordert, was
'er een middentyd noodigwaarin
men den werktuiglyken Konstketen
van aristoteles den fchop gaf, zon
der dat men noch deszelfs plaatsdoor
een voorzichtige en zintuiglyke pro ei-
onder vinding vervuld had. Deeze
loop-.