ZINTUIGEN OP DE WYSBEGEERTE. 429
den vlyt de Maatfchappy al dat ge
mak en nut verfchuldigd is, dat de
kennis der Werktuigkunde over alle
{tanden en beroepen verfpreidt. Het
ware derhalven een onedelmoedige
vermetelheid, die gelukkige ontdek
kingen niet dankbaar te erkennen: om
dat 'er lieden zyn opgeflaanwelke
het helder licht hunner zintuigen in
zoo ver verduisterd hebben, als zy,
uit de wetten der beweginge, gevolgen
hebben durven toepasfen op de natuur
der Hof, welke, fchoon niet dan op
vernuft en vinding opgellagendoor
hen als gevolgen van de verfchynfels
der beweginge, en van hunne Proef-
neemende ondervindinge worden voor-
gefield.
Men behoeft zyne aandacht niet ver
der dan op de eerfte wet der bewe
ginge te vestigen, om overtuigd te wor
den, welke gevolgen men op reke
ning der Proefondervindelyke Natuur
kunde gefield heeft "Éen lighaam
volhardt in den ftand, waarin het
zich bevindt, het zy van ruste of be-
weginge, zoo lang geen uitwendige
oorzaak deszelfs rust of beweging
doet ophouden."