ZINTUIGEN OP DE "WYSBEGEERTE. 42S
de, 'er geen genoegfaame rede is voor
de verandering, welke de aangetrokke-
ne lighaamenin hunne beweging, on
dergaan: want dan zouden wy moeten
vervallen ih een omÜagtig betoog, dat
hoofdzaaklyk hier op zou uithoornen:
de rede der verandering, die de aan-
getrokkenelighaamen, in hunne bewe
ging, ondergaan, moet of in dezelve,,
of buiten dezelve berusten: zykan niet
in de lighaamen zelve berusten, om dat
ieder lighaamdat in rust isin die rust
volhardt, zoo lang het door geen uit
wendige oorzaak in dezelve gehoord
wordt; en veel min kan zy buiten dezelve
berusten, om dat het midden, door
welk het aangetrokken lighaam moet
bewogen worden, volgens de Newton
nianen, die de uitvloeifels van eene mid-
delftoffe ontkennenledig zynde'er
geene hof, hoe ook genaamd, op het zel
ve werken kan; zoo dat de aantrekkings
kracht alle genoegfaame rede van de
veranderingen in de bewogene lighaa
men uicfluit, het geen zoo veel gezegd
is, ais dat de aantrekkingskracht zel
ve zonder voldoende rede is.
Liever dan op dit betoog t'dltehaan,
is men verplicht, edelmoedig te beken-
'Ee 2 nen#