AAN j. VAN BRËÖAi 5Ï$
TWEEDE AFDEELING,
Over cle oorzcmken der Beknelling vati
Br enkenby Zwangere Vrouwen*
I. Uit het, in de eerile Afdeeling,
gefchetfte blykt het hoe zeldzaam 'er,
by Zwangere Vrouwen, uitzakkingen
der darmen en van het net in de lie-
fen en dyën gevonden wordenen
welke de redenen deezer zeldzaam»
heid zyn: en daar 'er, voor zoo verre
my bewust is, geene waarneemingen
van verftropte Breuken by Zwangere
Vrouwen, van Genees- of Heelkundi
gen geboekt zynworden wydoor U
aan ons medegedeeld gevalnatuur-
lyker wyze aangefpoord, om de rede
nen dier verltropping te onderzoeken*
IL Myne gisfmg daaromtrent,
welke ik denk, dat wel beraaden is,
loopt daar op uit: dat'de by uwe Ly-
deresfe plaats gehad hebbende Dye-
breuk, in den omtrek van den band
van pqupart, of aan deszelfs breuk
zak vastgegroeid is geweest; en dat
deeze aaneengroei]eng oorzaak is ge
weest, dat de ingewanden door de
XIII, JQKEU Kfe op-