OVER DE; ZOQPQMPi
men tydgeduurd heeft, naaritnaaté
de overtolligheid groot geweest is,
houdt dezelve van langzaamer hand
opnaardien de mindere vaten der
baarmoeder, thans door geen overtol
lig bloed meer opgezet, zieh, door
hunne natuurlyke .veerkragtfaamen-
trekken, zoo dat zy wederom maar
een dun weiagtig vogt doorlaatenen
zich eindelyk volkomen fluiten, tot
dat 'er wederom op nieuw eene over
tolligheid ontftaaten daar deeze uit
de werktuiglykheid dier deelen nood
wendig, van tyd tot tyd, gebooren
wordt, verkrygt de baarmoeder, hier
door, eene hebbelykheid, om zich,
ten tyde der zwangerheid, tot de noo-
dige grootte uit te zetten, en eene zoo
genoegzaame hoeveelheid bloeds in
zich te bevattenals 'er tot de voeding
der vrucht vereischt wordt; dan in de
eerfte maanden der zwangerheid, heeft
de vrucht zoo veel voedfel niet noodig,
als 'er anderzints door de baarmoeder
ontlast wierd hier uit ontftaat eene
waare overtolligheid van bloed, waar
door de vaten., der baarmoeder, ee-
hen ongemeenen wederftand bieden
aan het bloed, dat geftadig uit de on-
£2ïL msu Mm, der-
I t 4 k* - -3»