a tr«
een <m> m.
ff A j
8 15 22 Rim<Meesch met :J>rqQ^fop,
2 9 ió 23 Koek op de ketel.
3 10 17 24 Ingelegde fnybopnan.-met witte boqn^
4 11 18 25 Blaauwe erwten iiiet fpek,
5 12 19 26 Witte boonen.
6 13 20 27 Graauwe erwtep.
7 14 21 28 Stokvisch met aardappelen.
29 Uyenfoppe.
30 Blaauwe erwten.
31 Gort.
J«W' A
x 8 15 22 Schaapenvleescb met zeeeoraaR
2 9 16 23 Gort. 4
3 10 17 24 Witte boonen.
4 11 18 25 Blaauwe erwten met ipek.
5 12 19 26 Ivruisbesfen-bry.
6 13 20 27 Graauwe erwten.
7 14 21 28 Witte boonen.
29 Soep van kalfsvleesclj.
30 Zeecoraal.
',..1. Aw. r,
W"!