éi C. KÈÈSm AMTWOORÖ ÓVflifc
■ND'Vï M B E
8 15 al Witte kool.
a 9 16 23 Witte boonen»
3 10 17 24 Graauwe erwten;
4 ix 18 25 Ivurkivleesch met broodfop;
5 12 19 26 Gort.
6 13 20 27 Wortelen en aardappelen;
7 14 21 28 Knollen en aardappelen,
29 Koek op de ketel.
30 Aardappelen*,
december.
1 8 15 22 Ingelegde fnyboonen mat witte boonen.
2 9 id 23 Kool met aardappelen.
3 10 17 24 Wortelen en aardappelen»
4 11 18 25 Zoete appelen met fpek.
5 12 19 26 Snurkool met aardappelen»
6 13 20 27 Knollen en aardappelen.
7 14 21 28 Rundvleesch met Gort.
29 Ingelegde zeecoraal.
30 Stokvisch met aardappelen.
31 Ingelegde fnyboonen met witte boonen.
Zoo