$2 C. KAYSER ANTWOORD OVER
ondienflig, dat zy zich nu en dan, on-
verwagts, by deeze en andere pligt-
waarneemingen, vertegenwoordigen.
VIII. Het agtfte poinct, betreffen
de: de begrootinge van de fommenwelke
'er zouden vereiscbt wordentot de .eerjle
oprichting van zulk een gejlichtdat wy
ons, ter beantwoording van de Vraa-
ge des Genootfchapsals een der
voornaamllen hebben voorgefteld
kunnen wy zeer uitgebreid, maar ook
kort verhandelen.
Uit de teekeningenonder Fig. IV. en
No. 4, 6, 7, blykthet aaneen ieder des
kundigdat het ons te doen geweest zy
eene zuivere begrooting van de gebou
wen te hebben: want anders waren die
volftrekt onnodigen wy hadden bui
ten dezelve wel eene gleuze, zoo als 'er
veele gemaakt worden, kunnen daar-
ftellen- wy hadden ons ook de moeite
kunnen fpaaren, om eene exacte hout-
lyst, en eene lyst van de werkloonen
tot het timmerwerk, te formeerenhet
onderfcheiden metfelwerk bv de fchag-
ten uittemeetengelyk meae het aar
dewerk, om daar naa de bereekenin-
gen te maaken; wy hadden mede niet
nodig gehadt, gedetailleerde lysten
van