too SATÜRNÜ'S, SCHEPEN. men den i. Mei 1778. te parïs; en vergeleken met de tafelsdoor den Heer meci-iain. VIII. Deelhl. 5°3512- waarin hy de feilen der tafelen, gegrondt op vyf volkomenc waarnemingen op Saturnusin den meridiaan gedaanzoo in de lengte als breed te naauwkeurig opgeeften dan aanwysthoe den tyd en de plaats der oppojitie te vinden SCHEPEN voor de o. i. compagnie, ft ant woord op de vraag"Welke fcbepenbehoorende aan de Nederlandfche Oostindifche Compagnie van 140. 150. en 155. voeten lang, zoo met een' openen, als gedekten kuil; anders genoemd driedekkers; zyn in allen deele de bekwaamden, „nuttigden, en voordeeligften voor Haren dienst, zoo tusfchen Europa en Indi'è varende; als in de Indifche zeeën zeiven gebruikt wordende" door EZEcmëL lombard. VII. Deelbl. 203 299. In deze Verhandeling word vooraf aangewe zen, dat de driedekkers van 150. en 155. voeten de besten zynzoo ten aanzien van de vaartbl. 203. als in gevalle van actiebl. 206. en in het gebruik en de berging der ankertouwen, bl. 208. Dan wordter beantwoording van de nadere be palingen der vraag, aangewezen: vooreerst: dat een fchip van 155. voeten één' duim minder diep, by het afloopenin het water tastdan van 150. voeten gefteld dat zy op dezelfde malle gebouwd zyn: bl. 210. dan dat de driedekkers gematckely- ker te bellieren zyn, dan de kuilfchepen: bl.213- dat

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1789 | | pagina 172