oveis. Het k R am- en mat-werk, 93
en daaglijks meer en meer afllijten; en om
die behoorlijke dorferingen aldaar, door het
agterovèrtrekken der dijkente formerenis
even bezwaarlijk, om dat allé de binnengron
den, tot eene aanmerklijken afftand lands-
waards, bij het leggen van eene menigte lange
en zware inlaag- of flaperdijkenzijn uitge
roofd.
Komen nu, bij allé die ongunftige gefield-
heden eener dijkagiedan nog de llegte hoe-
danigheid en het bedrog der materialen, en
eene verkeerde behandeling der Kram-werken,
dan zeker moet men fidderen op het denk
beeld van eenen naderenden winter! Maar
ook tevens het Zeeuwsch Gènoótfchap dank
baar zegenen, dat het naar middelen zoekt,
die de Kram-werken duurzamer, en tegen
den (lag van het zeewater meer beftand kun
nen maken.
b. Onder de gebreken, die buiten de fchuld
en het toedoen der dijkers plaats hebben, en
de duurzaamheid en bellaanbaarheid der Kram
werken, tegen den (lag van het zeewater, na-
deelig zijn, bragt ik ook de gronden, die,
uit eigener aart, niet bekwaam zijn om te
bekrammen.
Alle foortcn van zandgronden, die het wa
ter gretig opflurpeiij zich daar door ligtlijk
la-