S&6 P. P. PERRENOUD ANTWOORD
in het voorbijgaan een woord zeggen over de
van zoo veel belang zijnde Manufacturen of-
fchoon men daadlijk ontwaar wordt dat zij
eigenlijk in het plan van het Genootfchap niet
feegrepen zijn 't welk genoegzaam blijkt uit
de bepaling in het Programma uitgedrukt in
deze woorden die geene aanmerkelijke geld-
fommen vereisfchen en zulks met des te meer
reden daar men die toch in eenen tijd van
fchaarsheid gelijk de tegenwoordige nooit
zou kunnen vinden. Voor 't overige bewijst
de duurte van Koopwaren der eerste noodzaak-
lijkheid klaarblijkelijk dat de Manufafturen
in deze Provincie en waarfchijnlijk ook in
verfcheidene andere Departementen van de Ba-
ïaaffche Republiek nooit zouden kunnen be-
liaan dan door verbod van uitvoer of invoer
en door uitfluitende voorrechten welke beide
geesfels zijn voor den Koophandel en voor
de nijverheid, gelijk de bedelarij voor de
famenleving ja ze zijn naar mijne gedach
ten zelfs ftrijdig met de beginfelen eener ge
zonde Staatkunde, dewijl men dusdoende flecbts
de ondernemers verrijktdie door artikels
van eene veel mindere deugd dan men die
van buitenslands zoude kunnen trekken met
vijftig ten hondert en meer te verhoogen den
overlast daarvan op alle de burgers in het gemeen
doen