200 P. lERRENOUD, ANTWOORD
de gewigtige vraag voorlteldewaar over wij
gehandeld hebben.
Daarenboven moet men tijdgeduld en
moed te zamen hebben om den fmaak der
genen die in alle deze bezigheden onledig
zijn te vestigen en hun den vereischten
nadruk en nijverheid in hun werk in te boe
zemen.Wil men zich met eenen gelukki
gen uitflag vleijendan moet men verfchei-
dene moeilijkheden te boven komen bij voor
beeld de luiheid van dezen door eenc ge-
ftrenge tucht de onverfchilligheid van gee-
nen door eenige geringe belooningen ter ge-
fchikter tijd gedaan cn de vooroordeelen van
de meestendoor hun het voordcel en de
nuttigheid van hunnen drbeid zoo voor zich
zeiven als voor de maatfehappij in het alge
meen te doen gevoelen.
Te vergeefsch lokken weldadige Genoot-
fchappen Verhandelingen voor het algemeen
welzijn uit te vergeefsch fpanncn welden
kende menfehen hunne krachten in om ont
werpen te vormen en regelen ter uitoefe
ning van dezelve voortefchrijvenwanneer
zij die dezelve moeten uitvoeren daartoe
niet met aanhoudende vlijtuit alie magt
medewerkenin de vaste overtuigingdat
het hun pligt en hoogst belang tevens .is
om