SÏO P. F. PERRENOÜD ANTWOORD
vooral de gene die op bedelen betrapt wor
den, in een gemeen kosthuis, of in eene bejlo-
tene plaats te zenden en dit is ookgelijk
bewezen iseen punt van zuinigheid. Alles
nu wel overwogen zijnde zouden deze drie
bepalingen mijns erachtenshet verfchil
dat natuurlijk uit de geringheid van den prijs
der eetwaren ontftaacwel opwegen en zelfs
verre daar boven.
E11 ten bewijze dat dit ilach van Gedichten
ook plaats kan hebben in groote Steden
zie hier het affchrift van eenen brief, die
men uit Rheims in Champagne fchreef
aan den Heer einguet en uitgegeven is
in het 2ofte' Nummer pag: 165. zijner jaar
boeken.
Mijn Heer
Gij hebt in het ï2de' Nummer
van het tweede deel Uwer Jaarboeken ee-
nen wei verdienden lof gegeven aan de
w verrichtingen van eenen Schepen om in
Ath de Bedelarij te weren ik moet U
doen weten dat wij in Rheims twee Ge-
ftichten hebbendie even gelukkige uit-
werkzels te wege brengen.
Het eerste van deze Gedichten heet Comp-
?s air van Barmhartigheid (Bureau de Mi-