V OORBERICHT. tVIIr
nog niet f en vollen is weggenomen zoo woedt
gevraagdWelke is de natuurkundige reden
van het bedaren der overftortende zeegolven,
door middel der vetdoffen En kan door de ver
klaring hier van, ook de ongegrondheid van
het evengenoemd vooroordeelten volle en over
tuigend voor den Zeeman worden aangetoond?
Op de LII I?e Vraag, betreffende het Achaei-
fche Bondgenootfchap ,kwam geen antwoord. Zij
tverd bij het Programma van 1799. andermaal, on
der dezelfde voorwaarden opengelleld, tot den
eersten Januarij 1801. Zij bleef wederom onbe
antwoord. Ten derdenmale werd zij, bij 'tPro
gramma van 1801. verlengd tot 1. januarij 1803.:
doch met geen beter gevolg. In de Algemeene
Vergadering van 5. October 1803. werd beiloten,
haar niet meer voor te fteliengelijk zij ook
in het Programma van 1803. is ingetrokken.
Op de LI V?e Vraag nopens de ontlasting
der Armkasfen in Zeeland, ontving, het Ge-
nootfehap twee Verhandelingen eene in het
Franfch onder de Zinfpreuk Ramener le
bonheurrammer F industrieetc. De andere had
tot mottoMijne overdenking is die zoetenz.
De eerste dezer Verhandelingen werd geoor
deeld de tweede zeer verre te overtreffendoch
daar dezelve, hoe veel goeds anders in zich be-
SSSS 5 vat-