VOORBERICHT. t IX.
De eerste werd geoordeeld zeer goede denk
beelden te bevatten over den aart en het oprij
zen der Zeegolven, en vooral over de eigen-
fchap der Vetdoffen, om den wind te verhin
deren zijne kracht op dezelven uitteoefenen
doch daar de Schrijver die vervolgens feheen te
vergeten, en tot geheel ongegronde gisfingen
verviel, zoo werd hem de Eeremunt ontzegd:
dit was ook het lot der andere Verhandeling
welke men oordeelde niets belangrijkste behel
zen.
De Vraag werd in het Programma van 1799.
nogmaals, onder dezelfde voorwaarden voorge-
•field, tot den eersten Januarij 1S01. Zij bleef
nu onbeantwoorden werd in het Programma
van 1801. ten derdenmale verlengd tot 1. janu
arij 1803. wederom vruchteloos.— Einde
lijk is zij in het Programma van 1S04. ten vier-
denmale opengefleld, tot 1. januarij 1805. cn
nu wederom onbeantwoord blijvende, is zij bij
het Programma van het laatstgenoemde Jaar in
getrokken.
In 1798. heeft het Genootfchap geene Alge-
meene Vergadering gehouden, en geene Prijs
vragen opgegeven.
Bij het Programma van 1799. werden twee
Vra-