S OVER DE HOEKSCHE
g. In allen gevalle, mag men Hellen, dat dooi
de latere groote gebeurtenisfcn en verwarrin
gen, tusfchen de tijden van Ada en Marga
ret a hier te lande voorgevallen, de zaden de
zer verdeeldheid wel zullen verftrooid en ver
nietigd en de latere H. en K. gefchillcn juist
niet uit deze ontftaan zijn.
6.
2. in tot Dit gezegdevan latere grootc gcbeurre-
mrsmiegen
'tweikoraai nisien en verwarringen luer te lande, doelt
het" levèn bijzonder op de twistenwelke in 't laatst der
ueSttbun>er" dertiende eeuw aan Floris V. het leven kostten
Woïïen die, welke door dat vermoorden van hem
omftaan? ontftonc|en. Men kon vermoeden, en het bloot
vermoeden ware eeps aandachtigen onderzoeks;
overwaardigof ook de Hoekfehe en Kabel-
jaauwfche ftrijdig'neden moesten toegefchreven
worden aan onwil der Edelen tegen de was-
fende magt der Steden, Qwaaraan men de zar
menfpanning tegen Graaf Floris plagt toe te
fchrijven,) en aan de wederkeerige vervolging
der Edelen door de Steden, om dien moord te
wreken. Evenwel, ivjndt men in de ge-
fchiedenis en den geheelen löop der H. en IC.
twisten, en in het gene men uit de gefchiedenis
nopens derzelver geest kan opmaken, geenen
grond voor, maar wel gronden tegen dit vermoe-