C in
v 4o j
krengthier in beftaandedataangezien
fommige der hooge hoofden op het vlakke
noorderftrand van Walcheren eenige roeden
ver b. v, 6 a 8 roeden in zee dat is ia
het iaagwater zijn vooruitgebouwd en be
vorens in. derzelver hoogen ftand altijd konden
worden gerepareerdwijl men daar op de hei-
fcelling langen tijd genoeg konde plaatfen
alvorens de vloed of golven dien bereikten
men thansna de afzaging der hoofdennu de
palen dezer voorfte gedeeltens Hechts twee
drie voeten boven het iaagwater uïtfteken
hierop geene ftelling meer tot het inheijen
dier palen wanneer die eenmaal door den
zeeworm afgeknaagd of door ftormvloeden
zijn weg gellagen gelijk op de hooge hoof
den za! kunnen plaatfen dan Cechts voor
eenen zoo geringen tijd (ingeval dan nog de
meest altijd gewone branding en deining aan
die kust dit niet belettedar men ter naau-
wernood de heiftelliog geplaatst en wegge-
weerd zoude kunnen hebben of de was-
fcnde vloed zal het werk zijn overvallen
jzoo dat eindelijk deze voorfce gedeelten ge
heel zullen vervallengedeelten intusfchen
Welke toch niet te ontkennen zijn dat daar
gij dea langs de ondergronden en even be
ne-