j 64
gelmatige fcheuren of openingen ontftaan
maar dat 'er beftendig een zachte afloop naar
de ondergronden plaats hebbe (f): in het
vervolg zal men bij de ontwikkeling van een
vast fysteina van ftrand en duindefenfie zien,
dat de zoo ver vooruitfrekende gedeelten van
tnkele hoofden op de ftrandenwaar althans
geene verdieping der ondergronden waargeno
men wordt geene de minste nuttigheid heb
ben bij de paalhoofden op de ftranden
van Schouwen zal deze ronde toog en berm
door opzinking moeten worden verkregen
als hebbende deze hoofden, volgens de laatste
peiling, op de vijf roeden uit derzelver zee
einden van io tot 18 voeten diepte bene
den laag water.
Aan die zijden der hoofden welke tegen
de meest heerfchende ftormftreken gekeerd
liggen, en uit dien hoofde meer fterkte fchij-
nen te behoeven dan de andere zijden zou
eene flaauwere helling kunnen worden ge
werkt, naar gelang de plaatlelijke gefteldheid
dit mogte vereisfchenbeftendig in het oog
houdende de teeën dier hoofden altijd op
een fteunbermtje te laten rusten (zie fig. 2.
de
tnier mede is dan d» zwaarigheid 9 pag. 4344 e« 4$
leopperdweggeruimd.