-c 97 5-
siit het westen en west-zuid-westen veel
fchade aan het Pierminnes- en Odïjkshoofden
voor den PVestkappelfchen zeedijk, en aan de
onafgezaagde paalhoofden op het noorderftrand,
bijzonder aan het. Parret-Borsfelens-, Prin-
[en-, Pous- en de Vricndfhoofden alsmede in
het kramwerk aan de westwatering het nieu -
we gaffelfchip van J. van Sprang voor den
westkappeifchen zeedijk met hout geladen
verongelukte tegen het ftaketwerk langs den
zoom des duins ten zuiden den dijk gecon
grueerd,
T>en 26. en 27. Januarij 1809.
Werden met den ftorm en hoogen vloed, de
ürie onderfte reken dwarsftaket ten noorden
liet Zuidwaardschhoofd., geheel weggellagen
mitsgaders de vooroever, tot diepten van ia,
14 a 16 voeten. Het Zuidwaardschhoofd werd
door de aanrollende golven, van deszelfs zijw«-
ringen beroofd, en de punten der palen zelfs,
aan de noordzijde zigtbaar. Verfcheidene da
gen aan eikanderen, was men met een aanzien
lijk aantal wagens manfehappen enz. bezig
om van alle punten der watering de grootfte
Öoornikfche en Noordfche keiilecnenin het
ÏJI.DEEI.. Z. gen. G grond?