-( S H
■sou Sit heerlijk werk benevens vele andere
kostelijkheden door brand en voornamelijk
door de onbefchofte hand van beeldflormers
zijn vernield.
Wat den brand aangaater is groote reden
van twijfeling of de fchrijver wel goed onder
ligt zij geweest,* daar de brand die in de Ab
dijkerk in het jaar 1568 voorviel, zich bepaal
de tot de Vóór-kerk, zonder het Koor te be-
fchadigen. En wat betreft de beeldflormers
zeker heeft ook hun geweld de Abdij getrof
fen; maar de Regering van Middelburg ver
zekerde 's Rollings Raden, dat Burchmeesters
met eenige van het College zulke neerstigheid
gedaan haddendat er veele gefalveert is ge.
veest van de Kerkegoederen en ornamenten
namelick den groot en autaer in de Abdiede
ïrinfen Sepulture en de boeken van de Librai-
rie aldaar enz. Het is nogtans niet onwaar-
fchijnlijk dat de Regering zich zelve en hare
burgerij zoo veel mogelijk heeft willen ver-
fchoonen en dat de toenmalige Abt, geen
kans ziende om al het gebrokene, en dat voor
eigen rekening, te herilellenbij voorraad de
Nis der Graftombe aan de binnenzijde der Kerk
met een' dunnen muur heeft laten toemetfeien
in de hoop om bij gunftiger tijden het vol-
ko-