C 12a y-
hij drops ovarii beftond, zoo aan de dikte van
de bcklcedzelen des buiks, als ook aan die van
dcwliezen des waterzaks zelve moet toegefehrc-
ven worden. Echter is het zeker, dat op 'net
laatst van haar leven die vochtgolving aanmer
kelijk perceptihel gewcestis, gelijk dan ook
alle, die bij de opening van het lijk tegen
woordig waren, dezelve, vóór het verrichten
van den buikfteek, gewaar zijn geworden.
Niet ongepast, vertrouw ik, en om de zaak
eetiig nader licht bij re zettenlaat ik dan ook
nu hier de befchrijving volgendie de Heer
van der haar in bovengemelde Verhande
ling van het aanllaand uiteinde van zulke Lijde-
resfenals een gevolg dezer ziekte, geeft en
die in 't bijzonder zeer veel overeenkomst heeft
met den llaat waarin onze Lijderes in den
laatsten tijd van haar leven verkeerde. Na al
vorens gezegd te hebben dat het hem niet
onwaarfchijnlijk voorkomt, dat het vergrootte
eiërnest met het buikvlies vereenigd zijnde daar
ter plaatfe kan doorbreken en dcszelfs vocht
in de holligheid van den buik uitftorten, hoe
zeer hij deze gevallen als zeldzaam befchouwt
vervolgt hij: „Men kan ligtelijk begrijpen,
dat de Lijderesfen het in dezen derden trap
der ziektezeer benaauwa hebben. Deadem-
haling is zeer kortfchielijk en meest in
11 eene