24
a. Misfchien hebben 'er federt de afzaging
der hoofden meer gunstige, meer landwinden
gewaaid voor de aanwinst van het ftrand
dan nadeelige zeewinden of
b. Mislchien worden thans de ftranden, door
eene minder hooge dagelijkfche kolom waters
hefpoeld waar door het afflijeend vermogen
des ftrooms verminderende, ook de afneming
der ftranden en duinenen reparatien der wer
ken naar evenredigheid verminderen moetof
cMisfchien zijn de vaarwaters voor
die ftranden in capaciteit verminderd, of in
nog gunstiger ftrekking veranderd waar door
fchadeJijke aanvallende ftroomen op dezelve
zijn gematigd afgewijzigd of weg genomen
en in gustiger aanvalhoeken veranderd of
eindelijk
ei. Misfchien heeft de Oceiian welke deze
kusten 'oefpoelt, federt de afzaging der paal
hoofden minder hoog gevloeiden hebben de
ftormen een te geringen graad van hevigheid
gehad, om de golven dien trap van vermogen
bij te zetten, dat zij de werken konden los
ruk-
Het is bekend en dcor de ondervinding op glle ftranden.
foeftendig bewezen dat de landwinden een Strand doen aanwinnen,
poo bet Hechts eenigermare voor aanwinst vatbaar is, en Zee - 0$
tpp het Strand aanwaaijende winden hetzelve meer vermageren x
ditk anderzins gewopnlijk wordt ondervonden» j