C 47
«lerfcheidene conftruccie op te maken maar
ook uit de onderlinge vergelijking van de
zelve, laat het zich, dunkt mij, even gemak
kelijk begrijpen dat het eerste als nog met
lleile zijwanden voorzien nimmer zoo ge
makkelijk voor den aanloop van golven en
ftroom kan zijn, noch zoo veel weerftand aan
dezelve kan bieden als flaauw opgaande
werken, gelijk de met (leen gedekte rijsdam-
men zoo dezelve eikanderen anderzins in
fterkte evennaren waaruit volgtdat dit
gelijk gefield zijnde, de eerste zoo veel eer
der befchadigd zijn en herfteiling zouden be
hoeven dan de laacfte, en wanneer men in aan
merking neemt, dat de eigenlijke conftructie
der eerste uit hout is te zamen gcfteld, en dc
oppervlakte der laatfte uit zware wel in
eikanderen gevoegde harde noordfche kei- of
doornikfche blaauwe fteenen wier foone-
lijke zwaarte tot het eikenhout, waar uit de
paalhoofden zijn te zamen gefteld, is als 20 io
lot 929 dan blijkt het duidelijk dat deze
laatste
©f oorzaak zouden wezen dat liet hoofd niet als een tezs-
tnen hangend ligebaam moest worden aangemerktmaar als door
deze palen in vakken gefcheidendan zoude men van oordeel
jtijndat het noodzakelifk ware, van deze palen er over's hands
één oF meer uit te trekken, of nevens de oppervlakte van
af te zage».