c 55
Ieen zoodan'g teNyorden bezet in elkande-
ren gepast, aangefloten en in 't verband ge
werkt dat de iieenen zich niet kunnen be
geven maar de ganfche verhevenronde op
pervlakte des dams moet zich tot dat einde
als eene gemakkelijk flaauw op en afdalende
lijn aan de zee aanbieden, in dezervoege, dat
dezelve nergens eene vlakte achter den fteen
kan verkrijgen om die te kunnen ligten
verzetten of uic deszelfs plaats te verfchui-
ven.
De ondervinding op de Zeeuwfche ftranden
leert ons ook op die plaatfen waar de te
genwoordige afgezaagde paalhoofden reeds
bijna de ligging van met fteen gedekte hoof
den hebben verkregen dat dezelve niet alleen
volkomen alle uitwerkzelen van (torm enz. we-
derltaan welke aldaar zedert de afzaging heb
ben gehcerscht maar dat de losfe op die op
pervlakte, onregelmatig liggende iteenen, (ge-
•lijk bij de afgezaagde hoofden aan het noor-
derflrand van JValcheren het geval is,) zelfs
zodanig in rust liggen dat de oppervlakte
en wederzijdfche bermen dier hoofden tusfehen
en over de fteenen heen door een onnoem
lijk getal fchelpvisfchen enz reeds nigt als aan
eikanderen zijn gegroeid, en hec hoofd als
D 4 ware