C ?6 )-
yen bee gewoon hoogwarerpeil liggen iede-
ren vloed dus, hooger dan 11+5 voeten rij
zende, en aangedreven wordende door een wind
boven het westen en niet hooger dan het
noorden moet het duin wiens buitenhclling
ongedekt door eenige defenfie en Hechts met
of uiterlijk 2 voeten op den voet helling ligt,
wiskundig doen afnemengelijk dit ook alzoo
na iederen zoo hoogen vloed bevonden wordt:
't is daarom dat ikpag. 70de zwakke dui
nen welke geene zanden meer kunnen misfen
met een berm tegen de golven wilde dekken
en die duins gedeelten pag. 67, enz. op eene
gelijke wijze wilde beveiligen om het ont
wortelen van derzelver hoofden voor te ko
men immers tot zoo lang dat het ftrand, door
eene goede werking der hoofden kan gezegd
worden genoegzaam te zijn verhoogd en ver
breed, zoodat geen vloed meerden duin kan be
reiken. Maar dit zal men veelligt nimmer kun
nen verwachten in zulke wijde vakken ge
lijk onder anderen wederzijds Borfelens- en
Wilhelmiushoofden waar de werking van het
eene hoofd nimmer tot die van het andere
reiken kan-, maar veelligt altijd een zeker
gedeelte zal blijven blootgefteldvan daar, dat
de firanden in die vakken zich ook altijd min»
der