-( 4
Wanneer wij de eerde Grondwetten onzer Maat
fchappij in hetjaarj8oi, bijgelegenheid onzervcs-
tiging in dit Mufeum vernieuwd, inzien, bekoort
ons derzclver eenvoudigheid klaarheid en doel
matigheid. Zonder de werkzaamheden der Maat
fchappij te bepalen tot eenig lijzonder foort van
wetenfehap, ftrekt zij dezelve uit tot alleswaar
door naar haar oordeelde eer van den alleen
v/ijzen God zou kunnen worden gehandhaafd of
uitgebreid het nut van het Menschdom des Vader
lands bijzonderzou kunnen worden bevorderden
allerlei nuttige Wetenfchappen niet alleen maar
tok kunjlcn zouden worden voortgeplant.
Er zijn dus bijna geene Prijsvragentot het ruime
Vak van Wetenfchappen en fraaije Letteren behoo-
rende, uit te denken, die de Algemeene Vergade
ring niet zoude mogen uitfehrijven geene Hukken
yan welken aartdie zij niet aannemen en beoor-
deelen zou. En uit dit gezigtspunt kan het plan
enzer voorgangeren niet nalaten ons te verbazen ja
wij loopen gevaar hen te verdenken van ijdele pralerij.
Maar verplaatfen wij ons in het tijdvak onzer
terfte vestiging, toen er geene andere geleerde Maat-
fchappijen in ons Vaderland beftonden, dan de Hol-
landfche Maatfchappij der Wetenfchappen te Haar»
lom en de Maatfchappij der Nederlandfche Letter
kunde te Leijdendan moeten wij regt doen aan de
oogmerken der inftelling.
Waarom zouden zij hunne grenzen hebben inge
trokken zoo lang hunne naburen werkeloos ble
ven in de ontginning van ruwe gronden, of ach
terlijk in de aankweeking van bijzondere vruchten?
N»