-( 20
van hunnen grond tegen de ftroopeiijen der
Vlamingen zoo fel op Zeeland gebeten. En
zoo lag het Vorstelijk geraamte nog boven den
grond in eene beflagene, dat is, met ijzeren
banden voorziene kist bewaard, toen Ac Klerk
der lage Landen zijne Chronijk fchreef en aan
Graaf willem den III. opdroeg, omtrent
het jaar 1316.
Misfchien heeft deze herinnering den Graaf
aangemoedigd, om in het jaar 1325 eene Ca-
pellanie te frichten en plegtige lijkdienften
te bevelen voor de rust der ziel van zijnen
Oud-oom.
Het was echter bewaard tot het tijdperk der
regering van Keizer kar el, die achting ge
woon was te bewijzen aan de nagedachtenis
van groote Mannendie in het nederig Bier'
vliet zelfs niet weigerde het graf te bezoeken
van willem beukelsz, en zijner ziel rust
toe te biddenom een meer uitflekend bewijs
van eerbied aan de fchim van den Roomfch-
Koning te zien geven. Trouwens, gelijk hier
boven reeds is aangemerkt, 's Keizers zuster
de Landvoogdes maria, misfchien niet zon
der kennis van haren Keizerlijken broeder
deed den roem van Koning willem op eene
glorieufe wijze herleven. Zij beval den Abt
van