-( 8 )-
I»
zijne medeburgeren ook hier van te overtuigen.
En ziet hier de gelegenheid welke zich daar
toe aanbood.
De geleerde P. Bur man Iloogleeraar op
Utrechts Ilooge school te dier tijd die in hetjaar
1711, eene Redevoering had gedaan Pro Comce-
dia, had, misschien wat ruimschoots, het nut
van den Schouwburg aangedrongen, met dat ge
volg dat menigvuldige geschriften daar tegen in
bet licht kwamen waar in de per soon van den
Heer Burrnan en zijn zedelijk gedragniet wei
nig werden doorgestreken: onder deze was ook
ccne Verhandeling in de Fransche Taal van den
Heer Rivetsur les Comedies.
Overtuigd van het misbruik en de gevaren van
den Schouwburgbesloot De laRuè' het werkje
van Rivet in het Nederduitsch overgebragtuit
te geven, zoo als hij ook deed in het jaar 1724
gevende hij nog in het zelfde jaar uit eene verta
ling der Redevoering van den Hoogleeraar Hoget,
de Natalihus Academics Groningensis.
Van eigene vinding echter was een Gedicht,
genaamd Schets der Heerlijkheiddoor De la
Ruë, omtrent dezen tijd, gemaakt en door
hem opgedragen aan den Predikant Bosschaart
die den Dichter in zijne verbijstering met raad en
troost bediend haden het stuk waardig oordeel
de om achter zeker door hem uitgegeven werkje,
met den druk gemeen geruaakt tg worden.