'i )-
gekerdbcid daaromüent op te disschen Doch
even om dat dit zoo ligt, en om dat het eigenlijk
onderwerp, der vraag buiten dien zoo rijk is, wil
ik mij geheel tot hetzelve bei.alen.Zelfs kon
de beschrijving van de inrigting en werking der
Gilden in 't algemeen bier overtollig schijnen
daar de kennis hiervan in de Vraag vooronder
steld
Over den naamsoorsprongdu C an geGloss. Med.
en Inf. latin, in V. GildaZahn (straks aan tc halen) enz.
Over den oorsprong der zaak zelve, en der Gilden staat
kundige betrekking, Kluit, Meijer, EspritOrigine et
progrés deslnstit. judic. T. 1XI. p. 63 p. 287. sv. vooral T. IV.
ch. 3.) de stukken bij du Cange aangehaald, enz. Over
den geheelen omvang dezer instelling, de regten, pligten
het bestier, de misbruiken der Gilden, D. Mevius, ad
Jus Lubec. L. IV. T. 13. art. 3. Zahn, Polit.municip.'i^. 3.
c. 8. G. Be ij er, Deliri. Jur.-German. L. I. c. 15. en Run
de, Deutsches Pr hat recht 4 66476. Ah. Fritschius,
A. Ba ij er, en eene menigte andere Schrijvers bij hera
aangehaald. De Heer J. T. B o de 1 Nijenhuis heeft
ook veel over dit onderwerp verzameld, en vele Schrijvers
geb uikt en aangewezen, in zijne doorwrochte Verhandeling
de juribas tijpographor. et bibliopol. in regno Belg. L. B.1819.
Cap. 3, p. 305—331 en 406—423: welk alles hier geens
zins behoeft herhaald te worden, ofschoon het stof kon ver
schaffen tot ecnige nadere uitbreidingwelke ik mij voor
gesteld had bij de uitgave dezer Verhandeling te doen;
doch waarvan ik thans oordeelmij tc kunne» en te moe
ten onthouden daar de Koninklijke Academie van Wetenschap
pen te Brussel bij haar Programma vau Mei 1 821 den oor
sprong en de voortgang der neringen en ambachten [of Gilden]
in dc Nederlanden tot onderwerp eeuer afzonderlijke prijs-
Stoffe gesteld lieef;.