-C e7 )-
de deugd onzer waren in den Koophandelen
dus ons crediet buitenlands, vermindert,
x> Zoo heeft men dan ook in Frankrijkondanks
de wijsgerige deductie van T u r g o t (boven Hoold-
stuk II.) terstond van zijnen maatregel moeten af
laten. Men ziet den noodiottigen toestand der Fn-
gelscbe Fabriekarbeidersen bet gevaarwaarmede
de geheele Staat hier uit bedreigd wordt. Men ver
neemt de stemmen, die zich in Duitscliiand tegen
liet afschaffen der Gilden(olschoon eene hervor
ming derzelve toegevende) verheffen. Men ziet,
eindelijk, en men gevoelt, de neringloosheid en
de uitbreiding der armoede in ons Vaderland
waardoor het achtingwaardig Genootschap zich tot
deze Prijsvrage genoopt heeft gevonden."—
Ik geloof kier ter goeder trouw te hebben op
genomen het wezenlijke der bezwaren door Dr.
Rau, den Graaf von Soden, den heer Bodel
Nijenliuis, of anderen tegen de afschaffing
E 2der
C Dr. IC. H. Rau, in zijne beantwoording der Prijs
vrage ,door da Koninkl. Maatschappij van Wetenschappen te
GUiiHgin by herhaling voorgesteldHoe kunnen de uadee-
lige gevolgen van de afschaffing der Gilden voorgekomen of
verminderd worden?"— ook aangehaald inde Verhand, vaa
den heer Bodcl NBodel Nijenhuis Diss. p. 328,
329. (in zijne §3. waartoe hij aldaar verwijst, draagt hij
geene nadere argumenten voor) Gr. von Soden National-
(economie, voornamelijk VI. Th. 1.2:6, 20?. Voorts ja cab,
P ölitz, &c.