K 177
ik reeds bij de proefneming zelve opge
merkt heb; dit namelijk, dat de witte stof door
'eene mechanische bewerking niet zoodanig van
den Phosphorus weg te nenrcri is, dat er niets
hoegenaamd van overblijft Om bij eene volgende
beproevingtot brandstof te dienen (u); doch
datdoor eene voorafgaande ontvlamming v
in 't luchtledige namelijk, of door eenige andera
oplossing dier stofle wen dus door eene che~
mische berooving xdezelve geheel en al, en
waar zij zich ook aan de rolletjes bevindtweg
genomen wordtintusschen hoewel dit de voor
gestelde bedenking beantwoordtmoet ik echter
doen opmerken: dat, bij eene chemische beroo
ving dier stofTede Pliospliorus tevens een aan-.
z. gen. IV. D. 2 St. M mer-
tZie onder Proef 59. 49.
Men veroorlove mij, dit, duidelijkheidshalvezoo
te noemeneigenlijktót het ontstaan en onderhouden der
ignicaitic dienende,
(v) Eene ontvlamming die van zelve geëindigd is, zoo
als die, waar aan de in Proef 55 en 57, in 48 en Proef
60. en 6i. 49. gebruikte Phosphorus vooraf onderwor
pen was geweest.
(ar) Bij voorbeeld door eene langzame vertering, zoo
als in Proef 73 57.
In de daad is deze bewerking chemischik zal de
zelve dan ook aldus blijven noemen ter onderscheiding
van de eerstede mechanische namelijkea tevens duide
lijkheidshalve.