219
bevonden heb (e); zelfs komt het mij voor, dat
in een meer volmaakt ijdelbij voorbeeld in het
vacuum van Tarricellide Phosphorusalhoe
wel zoo goed mogelijk geïsoleerd zijnde
echter niet ontvlammen, maar slechts afbranden
zal. Intusschen moet men bij die proevenbij
welke de rolletjes niet tot eene ontvlamming
maar alleen tot eene ignicentie konden gebragt
wordenzulks niet wijten aan eene te ver voort
gezette vcrijling, en dus aan eene te geringe hoe
veelheid overgeblevene luchtmaar veel eer aan
eene afleiding der warmtestof (g); waardoor de
Plios-
(s) Aldus was het met die zelfontvlamming van den
Phosphorus gelegen, vau welke ik in 't begin van Proef
72. melding maak. Doch ik heb ook eenige proeven in 't
bijzonder hierop genomenbij welke ik den Phosphorus
onder wijnroemers en in kleine glazen fleschjes op goede
isulcrende zelfstandigheden geplaatst en daarbij bevonden
heb, dat de gemelde verschijnselen zich dan niet korden
voordoen; van deze proeven heb ik niet noodig geoordeeld,
om afzonderlijk melding tc maken, uit vrees van het aan
tal der reeds opgegevenc daar door te zeer te vermeer
deren.
Niet geisoleerd zijnde, dan zou al de warmtestof
afgeleid worden en de Phosphorus zich niet eens lichtend
vertoonen, vergelijk Proef 71 en aanmerk, c onder 62.
(g) Hier van zijn uitgezonderd Proef 5, 36, 46 en 47,
bij welke de reden van het niet ontvlammen, noch in dc
te ver gevorderde vcrijling (en diensvolgens in een gemis
«au lucht) noch in eene afleiding der warmtestof, gezocht
moet